5…dxe3! 6. Bxb4
{Wit neemt de loper waarna zwart zijn troeven mag uitspelen. [Het is duidelijk dat zwart na 6. fxe3 Dh4+ 7. g3 De4 8. Df3 Lxd2+ 9. Pxd2 Dxe5 uitstekend staat. Hij heeft de pion terug terwijl wits pionnenstructuur flink is aangetast. In de partij Shumiakina-Raetsky, 1995 wist zwart daar gebruik van te maken.]}
6…exf2+ 7. Ke2
{en nu het bijzonder leuke}
7…fxg1=B+!
{Waar zie je een minorpromotie opduiken in de opening? Het vervolg is min of meer gedwongen.}
8. Ke1 Qh4+ 9. Kd2
{[9. g3 De4+ 10. Kf2 Dxh1 is natuurlijk uit.]}
9…Nc6 10. Bc3 Bg4 11. Qe1 O-O-O+ 12. Kc2 Nd4+ *
{ en de zwarte stukken grijpen beslissend in. }